In opdracht van de Vlaamse overheid departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) heeft EVtools potentieelkaarten opgesteld voor de dertien Vlaamse centrumsteden, zodat snel en eenvoudig inzichtelijk is waar laadpalen geplaatst kunnen worden. Het selecteren van geschikte locaties voor laadpunten kan immers een tijdrovende klus zijn. De inzet van de dynamische kaarten in Maps, een softwareoplossing van EVtools, versnelt dit proces.

Vlaanderen in ontwikkeling

Vlaanderen zit midden in de transitie naar een zero-emissie wagenpark. Om alle verwachte elektrische voertuigen ook te kunnen laden, wordt nu veel geïnvesteerd in laadinfrastructuur. In heel Vlaanderen wordt de komende jaren hard gewerkt aan uitbreiding van het laadnetwerk. Zo is MOW momenteel bezig met een aanbesteding van een concessie om in heel Vlaanderen een of meerdere laadexploitanten (CPO’s) te selecteren die het netwerk zullen uitbreiden.
Vlaanderen telt dertien centrumsteden: de twee grootsteden Antwerpen en Gent, maar ook de zogenoemde regionale steden Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout.

De rol van EVtools

Om die uitrol in goede banen te leiden en om snel te kunnen schakelen, kreeg EVtools de opdracht de potentieelkaarten op te stellen. EVtools levert slimme softwareoplossingen en data die grip geven op het plannen, realiseren en beheren van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. De software die voor de potentieelkaarten wordt gebruikt, heet Maps. In eerste instantie is de lokale behoefte naar publieke laadpunten onderzocht. De steden zijn opgedeeld in vakken, hexagonen, met een straal van 250 meter. Voor ieder vakje apart is de laadbehoefte geanalyseerd. Daarbij wordt data gebruikt, zoals  de aard van de bebouwing, inkomen, opleiding, autobezit van de inwoners, het aantal huishoudens en het grondeigendom (publiek versus privaat) in dat hexagon. Op basis van de laadbehoefte kan het aantal laadpalen dat in 2022, 2025 en 2030 naar verwachting nodig is worden bepaald. Op de kaart worden deze laadpalen vervolgens ingetekend. Daarbij is rekening gehouden met de ligging van het midden- en laagspanningsnet van distributienetbeheerder Fluvius. Zo kan een potentiële laadlocatie in de buurt van het net worden geselecteerd. Ook zijn de ligging van parkeervakken, de minimale ruimte die nodig is om een laadpaal te realiseren en specifieke plaatsingscriteria van een stad of gemeente meegenomen in de berekeningen.

Zodra er een aanvraag binnenkomt voor de uitbreiding van het laadnetwerk kan een potentiële laadlocatie op de kaart gekozen worden en kan een laadexploitant snel van start met de realisatie van de laadpunten op deze locatie. Door dus vooraf de potentiële laadlocaties in kaart te brengen, kan het complexe proces van locatiekeuze worden verkort en de transitie naar zero emissie mobiliteit worden versneld.